Onderzoek naar bodemverbetering bij ANV de Ploegdriever

Door Tijn van de Steeg

Bodemkwaliteit is een onderwerp dat steeds meer aandacht krijgt in de agrarische sector. Steeds meer boeren zijn zich er van bewust dat een bodem uit een complex netwerk van schimmels, bacteriën en ander bodemleven bestaat, waarvoor zorg gedragen moet worden om een gezonde bodem te krijgen en te behouden. En dat op haar beurt een gezonde bodem bijdraagt aan een betere gewaskwaliteit en -productie, een betere waterhuishouding en aan meer biodiversiteit. Voedingstoffen worden in een gezonde bodem beter benut, ziekten en plagen worden beter onder controle gehouden en water wordt langer vastgehouden.

Daarom wordt er steeds meer gekeken naar hoe de bodem in de landbouw kan worden verbeterd. Met deze opgave is vorig jaar het kennisprogramma Circulair Terreinbeheer in samenwerking met de Wageningen Universiteit gestart met 55 pilots naar diverse vormen van bodemverbetering. ANV De Ploegdriever werkt in een van deze pilots mee aan onderzoek naar het gebruik van bokashi.

Bokashi is een Japanse methode voor bodemverbetering, waarbij organisch materiaal gefermenteerd wordt. Dat wil zeggen dat organisch materiaal in zuurstofloze (anaerobe) omstandigheden door bacteriën en schimmels omgezet wordt. Bij dit proces wordt er, in tegenstelling tot composteren (aerobe omzetting), geen CO2 gevormd, maar zuren. Het voordeel daarvan is dat er geen koolstof vervliegt en dus dat de organische koolstof volledig ten goede komt aan het bodemleven. Om het fermentatieproces gaande te houden moet het geproduceerde zuur geneutraliseerd worden door toevoeging van kalk, van bijvoorbeeld schelpen of eierschalen.

Momenteel wordt in het werkgebied van de Ploegdriever bokashi gemaakt op vijf locaties. Het organisch materiaal bestaat uit maaisel uit natuurgebieden, “de Bruuk” in Groesbeek en “de Diepen” in Milsbeek. Na het maaien is het maaisel door Loonbedrijf Groesbeek naar de percelen van de deelnemers gebracht (foto 1), tussen de 100 tot 250 ton per locatie. Hier is het materiaal op hopen gezet en werden kalk, kleimineralen en micro-organismen toegevoegd (foto 2). Door het materiaal luchtvrij in te kuilen en af te dekken met folie en kuilkleden (foto 3) start de fermentatie en na ongeveer 10-12 weken is het materiaal klaar om op het land uit te rijden. Later in het jaar zal er nog bokashi worden gemaakt van het blad uit de bladkorven van de gemeente Berg en Dal.

Het maken van goede bokashi vereist kennis, ervaring en zorgvuldigheid. Daarnaast is het opzetten van een goede samenwerking tussen agrariërs en andere partijen, zoals gemeenten, waterschappen en terreinbeherende organisaties noodzakelijk. Om bij dit proces te helpen heeft Collectief Rivierenland een project opgestart om de kennis die binnen de Ploegdriever tijdens deze pilot opgedaan wordt, te verspreiden over de ANV’s en andere belanghebbenden in het rivierengebied. Dit zal resulteren in diverse excursies en een draaiboek.