Alle vrijwilligersgroepen hebben inmiddels de voorjaarstellingen uitgevoerd. Zij zien dat door de droogte van de afgelopen jaren het moeilijker wordt om kuikens groot te brengen. Door het beheren van patrijzenranden, wintervoedselakkers en hagen helpen de boeren de patrijzen om zich voort te planten.
Patrijzen blijven het hele jaar door in hetzelfde gebied. Een goede leefomgeving bevat dan ook alles wat een patrijs nodig heeft: nestgelegenheid, dekking en jaarrond voldoende voedsel. Als er ook maar één onderdeel ontbreekt, kan de huidige populatie patrijzen zich niet uitbreiden. In de focusgebieden willen we de leefomgeving voor de patrijs graag verder verbeteren.
We hebben verschillende vrijwilligersgroepen die patrijzentellingen uitvoeren. Door de patrijzen jaarlijks te monitoren komen we veel over ze te weten en kunnen we ze beter helpen.
Vrijwilligers tellen patrijzen in deze perioden:
• In het voorjaar (half februari t/m april) voeren we in elk focusgebied tellingen uit om een beeld te krijgen waar de patrijzen zitten. Overdag een telling op zicht, dus door de akkers af te kijken met behulp van verrekijker en/of telescoop en in de avond door het geluid van de patrijs af te spelen: een patrijs in de omgeving zal met zijn roep reageren om te laten weten dat het territorium al bezet is!
• De najaarstellingen in september zijn om te weten hoeveel kuikens het broedseizoen overleefd hebben. Dit zijn tellingen op zicht, veelal vanaf de openbare weg.
• Tot slot zijn er tellingen in de winterperiode om de grootte van patrijzenfamilies (kluchten) te bepalen. Door deze door de jaren heen te vergelijken, krijgen we goed inzicht in het verloop in aantallen.
Lees in de brochure meer over de patrijs en hoe we ze kunnen helpen.